Haal de kabeljauwhaasjes uit de diepvries en laat ontdooien in de koelkast.
Spoel de mosselen heel grondig tot al het zand weg is.
Zet een grote pot op het vuur met een flinke scheut natuurazijn en breng aan de kook. Zet het vuur zachter en houd het water net onder kookpunt. Pocheer de eieren één voor één.
Breek het ei in een kop. Roer met een spatel in de pot met water tot zich in het midden een kolkje vormt. Doe het ei voorzichtig in het hete water en laat 2 tot 3 minuten pocheren. Haal het ei met een lepel uit het water en laat even rusten. Herhaal voor de resterende eieren en houd apart.
Dep de kabeljauwhaasjes droog en bak aan beide kanten in een beetje olijfolie. Kruid met peper en zout.
Zet een pot op het vuur met olijfolie, de mosselen en mosselgroenten en stoom de mosselen gaar in ongeveer 5 minuten. De mosselen zijn klaar als de schelpen open staan.
Toast de sneetjes brood krokant en goudbruin.
Verdeel de mosselgroenten over de borden en schik er het kabeljauwhaasje op. Overgiet met een beetje gesmolten boter. Leg op ieder kabeljauwhaasje een gepocheerd ei en kruid met peper en zout. Werk het bord af met de mosselen en een beetje fijngesnipperde bieslook. Geef er de krokante sneetjes toast bij en serveer meteen.