Haal de boter uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen.
Doe 360 g in een kom en plet met een vork tot een egale massa of laat rustig draaien in een keukenrobot. Je kan ook een garde gebruiken.
Voeg beetje bij beetje de bloem toe en blijf mengen tot een egale massa.
Voeg een snuifje zout toe en voeg beetje bij beetje 130 ml koud water toe. Het deeg zal elastischer worden.
Blijf mengen tot je het deeg tot een bol kan rollen, verpak in vershoudfolie en leg 30 minuten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200 °C.
Vet een taartvorm met een diameter van 24 cm in met 20 g boter.
Pel de knoflook, snipper fijn en stoof glazig in de rest van de boter.
Voeg de groenten, de room, de melk, de bouillonblokjes en de tijm toe.
Kruid af met peper en zout en laat op een zacht vuur pruttelen tot de room wat ingedikt is en de bouillonblokjes volledig opgenomen zijn.
Snijd de raclettekaas in kleine stukjes en voeg toe.
Meng rustig tot de kaas volledig gesmolten is.
Kruid af met peper en zout.
Verdeel de bol kruimeldeeg in 3 gelijke delen.
Rol het eerste deel uit tot een vel van 1 à 2 mm dik.
Leg in de taartvorm zodat het tot over de randen komt en druk wat aan.
Snijd het overtollige deeg af en giet het groentemengsel in de taartvorm.
Rol ook het tweede deel deeg uit tot een vel van 1 à 2 mm dik.
Leg bovenop de vulling en laat aansluiten op het andere vel deeg door aan te drukken.
Rol het laatste deel uit tot een vel van 1 à 2 mm dik.
Snijd er 6 gelijke repen uit van 5 mm breed.
Maak 2 vlechten van elk 3 repen, leg op de rand van de taart en duw zacht aan.
Snijd uit de rest van het deeg een ster voor in het midden van de taart.
Scheid de eieren en klop de eidooiers los met een scheutje water.
Bestrijk er de bovenkant van de taart mee.
Zet de taart in de oven tot de bovenkant goudbruin kleurt (20 à 25 minuten).