Verwarm de oven voor op 220 °C.
Bereid eerst de eclairs. Breng hiervoor het water met het snuifje zout aan de kook.
Smelt de boter in het hete water. Stort de bloem in één keer in de vloeistof en roer heel stevig op een matig vuur tot het deeg een bal wordt en zich losmaakt van de bodem.
Schep het deeg in een kom en laat even rusten.
Roer de eieren één voor één door het deeg. Wacht telkens tot het ei helemaal opgenomen is in het deeg vooraleer een volgend ei toe te voegen.
Bekleed een grote bakplaat met een vel bakpapier.
Schep het deeg in een spuitzak met een rond mondje. Spuit staafjes van 8 tot 10 cm op de bakplaat. Laat wel voldoende ruimte tussen de staafjes.
Bak de eclairs 20 tot 30 minuten in de hete oven. Haal de bruine en gerezen eclairs uit de oven en laat een beetje afkoelen.
Halveer de eclairs in de lengte. Gebakken eclairs zijn hol. Verwijder eventueel ongebakken deeg uit de gebakjes.
Smelt de chocolade au bain-marie. Bestrijk de bovenkant van de eclairs met een brede strook gesmolten chocolade en laat stollen.
Maak ondertussen de bananenroom. Klop hiervoor de slagroom op met de suiker. Mix één banaan fijn en snijd de andere in kleine blokjes. Lepel de bananenmousse en de stukjes banaan heel voorzichtig onder de slagroom zodat die heel luchtig blijft. Schep de bananenroom in een spuitzak met een grote opening en vul de eclairs. Dek af met de bovenkant van de eclairs.
