Tips en receptjes voor je baby’s eerste vaste hapjes.

Je baby is in de eerste maanden flink gegroeid door borstvoeding en/of flesvoeding. Tussen de vierde en de zesde maand zie je een interessante ontwikkeling. Je merkt dat je kleintje bewuste bewegingen en smakkende geluidjes met het mondje begint te maken. Daardoor is dit de ideale startperiode om de eerste gepureerde voeding te gaan geven: het fruitpapje of groentepapje. Het maakt geen verschil waarmee je start.

Je kunt dus eventueel voor de zesde maand geleidelijk beginnen met vaste voeding. Daarna is dat een must. Alleen borst- of flesvoeding is dan niet meer genoeg. Vaste voeding is even wennen voor ouder en baby maar met deze lekkere recepten en wat tips lukt het zeker.

De eerste hapjes vaste voeding zijn best spannend. Daarom is de keuze van fruit en groente zo belangrijk. We geven je deze vier tips mee. Hieronder zie je ook een tabel welk fruit op welke leeftijd geschikt is. En nu smullen maar! 

• Zacht, rijp en vers. Het fruitpapje moet makkelijk te eten zijn. Kies daarom voor fruit met een zachte structuur. Let erop dat het rijp is en goed ontveld zodat er geen kleine stukjes in blijven zitten. En dat het vers moet zijn, dat spreekt voor zich.

• Licht verteerbare groente. Het maagje van je baby moet nog wennen aan vast voedsel dus kies je best 'zachte' (gekookte of gestoomde) groenten zoals witloof, bloemkool, wortelen, courgette, pompoen of tomaat. Bereid het vers en warm het niet opnieuw op.

• Afwisseling smaakt. Je kleintje leert zo verschillende smaken ontdekken. Bovendien krijgt het alle vitaminen binnen. De klassieker appel-sinaasappel-banaan geef je dus best niet elke dag. Kiwi's, sinaasappelen en mandarijntjes zijn vitamine C-bommetjes. Appelen, peren, bananen en mango's bevatten dan weer veel vezels.

• Probeer ook één fruitsoort als hapje. Dan weet je meteen wat je baby lekker vindt of helemaal niet lust. Het voordeel: je ontwikkelt hierdoor zijn of haar smaakzin. Doe het wel enkele dagen na elkaar zodat je kleintje aan een bepaalde smaak kan wennen. 

In principe kun je al vanaf de zesde maand vlees, vis, ei of een plantaardige eiwitbron toevoegen. Je baby heeft namelijk steeds meer behoefte aan ijzer en energie. Maar je hoeft zeker geen grote hoeveelheden te geven. Eén eetlepel mager vlees (rauw gewogen) is al genoeg. Geef je vis dan is 20 gram per keer perfect. Kies je voor ei - één keer per week - dan is een half ei voldoende. 

Alles wat rauw is (filet américain, gerookte zalm, kaas van rauwe melk) is af te raden voor baby's tot 1 jaar. Er kunnen bacteriën in zitten waar ze ziek van kunnen worden. Gewone kaas en vette smeerkaas vermijd je best. Het bevat veel verzadigd vet en zout, en dat is niet goed voor de nieren. Ook met honing wacht je best nog even. Die kan besmet zijn met een bacterie waar je baby ziek van kan worden. Uiteraard geef je beter geen zuiveldrankjes en kinderdessertjes omdat die vaak erg gesuikerd zijn.